Indicatoren
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Basisset (BBV): | |||||||||
Percentage jongeren (0 t/m 17 jaar) met jeugdhulp | 13,1% | 13,4% | |||||||
Gemiddelde benchmark | 15,0% | 14,5% | |||||||
Percentage jongeren (0 t/m 17 jaar) met jeugdbescherming | 1,3% | 1,2% | |||||||
Gemiddelde benchmark | 1,5% | 1,4% | |||||||
Percentage jongeren (12 t/m 22 jaar) met jeugdreclassering | 0,5% | 0,4% | |||||||
Gemiddelde benchmark | 0,5% | 0,5% | |||||||
Percentage jongeren (12 t/m 21 jaar) met een delict voor de rechter | 2% | 1% | 1% | 1% | 1% | 1% | 1% | 1% | |
Gemiddelde benchmark | 2% | 1% | 1% | 1% | 1% | 1% | 1% | 1% | |
Aantal WMO-cliënten met een maatwerkarrangement (per 10.000 inwoners) | 710 | 720 | 720 | 750 | 770 | 770 | 740 | ||
Gemiddelde benchmark | 792 | 842 | 828 | 818 | |||||
Gevraagd door raad: | |||||||||
Aantal cliënten jeugdhulp zonder verblijf | 4.135 | 4.262 | 4.512 | 4.479 | 4.500 | 4.511 | |||
Aantal cliënten jeugdhulp met verblijf | 496 | 539 | 523 | 516 | 514 | 518 | |||
Aantal aanmeldingen buurtteams | 5.130 | ||||||||
Buurtteams jeugd en gezin: percentage heeft binnen 14 dagen na aanmelding eerste gesprek | 46% | ||||||||
Buurtteams volwassenen: percentage heeft binnen 14 dagen na aanmelding eerste gesprek | 76% | ||||||||
Aantal bezoeken Stips | 13.500 | 15.000 | 18.000 | 23.100 | 14.052 | 15.013 | 22.000 | ||
Percentage huishoudens dat gebruik maakt van 5 of meer gemeentelijke voorzieningen in het sociaal domein | 3,9% | 3,7% | 3,8% | 4,5% | 4,5% | 4,9% | |||
Percentage dat vindt dat men te weinig contact met anderen heeft | 10% | 9% | 12% | 12% | |||||
Rapportcijfer bewoners voor woonbuurt als plek om te wonen en te leven | 7,4 | 7,5 | 7,6 | 7,5 | |||||
Percentage bewoners tevreden over openbaar vervoer in de buurt | 79% | 78% | 76% | 76% | |||||
Percentage bewoners tevreden over groen in de buurt | 69% | 71% | 68% | 66% |
Toelichting
Gemiddelde benchmark
Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.
Percentage jongeren (0 t/m 17 jaar) met jeugdhulp
Het CBS is de bron voor deze verplichte indicator. In 2021 is het CBS gestart met een nieuwe tijdreeks vanwege wijzigingen in de dataverzameling. Onze eigen statistieken laten een wat hoger aandeel jeugdigen zien dat gebruik maakt van maatwerkvoorzieningen op het vlak van jeugdhulp (circa 15%). Een reden daarvoor is dat het CBS afhankelijk is van de aanlevering van cijfers door jeugdhulpaanbieders; niet alle aanbieders leveren de cijfers aan.
Percentage jongeren (0 t/m 17 jaar) met jeugdbescherming / Percentage jongeren (0 t/m 17 jaar) met jeugdreclassering
Het CBS is de bron voor deze verplichte indicatoren. In 2021 is het CBS gestart met nieuwe tijdreeksen voor deze indicatoren vanwege wijzigingen in de dataverzameling.
Aantal WMO-cliënten met een maatwerkarrangement (per 10.000 inwoners)
In Enschede en Maastricht ligt dit aantal duidelijk hoger dan in Nijmegen en de andere benchmarksteden.
Aantal cliënten jeugdhulp zonder verblijf / Aantal cliënten jeugdhulp met verblijf
De meeste cliënten ‘jeugdhulp met verblijf’ maken tevens gebruik van een andere maatwerkvoorziening op het vlak van jeugdhulp (‘jeugdhulp zonder verblijf’). Er zit dus een overlap tussen de cijfers. In totaal maken circa 4.600 jeugdigen gebruik van maatwerkvoorzieningen op het vlak van jeugdhulp.
Aantal aanmeldingen buurtteams
Het gaat om alle aanmeldingen bij de buurtteams jeugd en gezin (van start gegaan in juli 2021) én de buurtteams volwassenen (van start gegaan begin 2022). De buurtteams bieden basiszorg. Bij maatwerk - zorg die het basisteam niet kan leveren - wordt een zorgaanbieder met expertise ingezet.
Percentage huishoudens dat gebruik maakt van 5 of meer gemeentelijke voorzieningen in het sociaal domein
Met gemeentelijke voorzieningen in het sociale domein bedoelen we regelingen op het vlak van zorg, inkomen, werk en jeugd. Van de huishoudens maakt 31% gebruik van minsten 1 van die regelingen; 4,9% van de huishoudens maakt gebruik van minsten 5 van die regelingen.
Percentage dat vindt dat men te weinig contact met anderen heeft
De bron voor deze cijfers is de tweejaarlijkse Burgerpeiling. Gevraagd is: “Vindt u in het algemeen dat u voldoende contacten met andere mensen heeft, dat wil zeggen buiten werk, school of het eigen huishouden/gezin?” met als antwoordmogelijkheden ‘ja, zeker’, ‘ja, maar ik zou wel wat meer contacten willen’ en ‘nee, ik vind dat ik te weinig contacten heb’.
Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over welzijn, wijkontwikkeling en zorg:
https://swm2023-nijmegen.pcportal.nl/p56193/kerncijfers
https://swm2023-nijmegen.pcportal.nl/p56191/kerncijfers