Inwoners en aantal woningen
In de begroting wordt gerekend met de ontwikkeling van de woningbouw en het aantal inwoners. Hiervoor gebruiken we cijfers van Onderzoek en Statistiek en het programma Wonen. Deze aantallen worden onder meer gebruikt voor de ramingen van de belastingopbrengsten. Voor de raming van het gemeentefonds gebruiken we de uitgangspunten die het ministerie van Binnenlandse Zaken gebruikt in haar verdeelmodel.
Stadsbegroting 2024 - 2027 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|
Woningbouwproductie in jaar: | |||||
Bestaande stad | 650 | 350 | 500 | 600 | 500 |
Waalfront | 250 | 200 | 200 | 150 | 100 |
Waalsprong | 250 | 500 | 900 | 900 | 700 |
Totaal Woningbouwproductie | 1.150 | 1.050 | 1.600 | 1.650 | 1.300 |
Verschil tov Stadsbegroting 2023 - 2027 | -450 | 600 | 650 | 1.300* | |
Aantal inwoners per 1-1 | 182.500 | 183.700 | 185.100 | 186.300 | 187.500 |
Toename inwoners | 1.200 | 1.400 | 1.200 | 1.200 | 1.200 |
*In de Stadsbegroting 2023-2026 was nog geen raming opgenomen voor 2027.
Rente
Voor de komende jaren krijgt Nijmegen te maken met aanzienlijk hogere rentelasten van €5 miljoen extra in 2024 tot oplopend €9 miljoen extra in 2027. Dit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste is de marktrente sterk gestegen. Dat betekent dat wij voor elke nieuwe lening of herfinanciering niet 1% betalen (stand 2022) maar circa 3,5%. Voor leningen korter dan een jaar is dit verschil nog groter, namelijk van -0,5% naar 2,75%. Ten tweede hebben wij een groot verlies moeten nemen bij de jaarrekening 2022. Dit gaat ten laste van ons eigen vermogen en om het totaal aan activiteiten te kunnen blijven financieren, moeten wij hiervoor circa € 70 miljoen extra inlenen. Ten derde en laatste is in het coalitieakkoord een omvangrijk investeringsplan vastgesteld voor de komende jaren. Deze voorgenomen investeringen staan nu nog tegen een rekenrente van 0,8% begroot. Hiervoor moet de financiering nog worden aangetrokken de komende jaren en dat zal tegen een verwachte marktrente van circa 3,5% gebeuren.
Bovenstaande maakt dat wij voorstellen de rekenrente te verhogen van 0,8% naar 1,6%. De rekenrente gebruiken wij als sleutel om de begrote rentekosten op de investeringen door te boeken naar de verschillende taakvelden in de stadsbegroting.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
Inzet van reserves en voorzieningen (rekenrente) | 1,6% | |||
Doorberekening aan investeringen (rekenrente) | 1,6% | |||
Langlopende leningen | 3,50% | 4,00% | 3,50% | 3,50% |
Kortlopende leningen | 2,75% | 3,00% | 2,75% | 2,75% |
Indexeringspercentages
Op grond van het centraal economisch plan (cep) van het centraalplan bureau (cpb) komen we tot de volgende indexeringscijfers voor de komende Stadsbegroting:
jaarschijf 2023 | Indexering 2024 | (t.o.v 2023) |
---|---|---|
loonsom | 7,80% | 9,20% |
materieel | 8,50% | 0,90% |
CPI (inflatie) | 8,50% | 1,90% |
Gemengd (subsidies, verbonden partijen) | 8,00% | 6,40% |
Vorig jaar zijn de jaren 2024 en later geïndexeerd op basis van het cep uit het voorjaar 2022. Jaarschijf 2023 is bijgesteld op basis van de augustusraming van het cpb. Dit betekent dat de indexering 2024 ten opzichte van de oude stand in 2024 anders is dan de indexering die in 2023 is gebruikt.
De indexeringspercentages zijn hoog, gemiddeld ongeveer 8%. De bedragen die met de indexeringen zijn gemoeid zijn dan ook fors. Het gaat om een toevoeging van circa € 50 miljoen aan de begroting. Normaliter gaat het om € 10 tot € 15 miljoen.
Parameters grondexploitatie
De rekenparameters voor de planexploitaties worden jaarlijks vastgesteld. Voor het bepalen van de parameters wordt extern advies ingewonnen. Deze voorgestelde parameters worden vervolgens door de accountant getoetst op plausibiliteit.
De parameters zijn gebaseerd op een verkenning van de economische ontwikkelingen en afgestemd met onze accountant Deloitte. Belangrijke bronnen zijn het CPB (centraal economisch planbureau) DNB, CBS & Kadaster, NVM (Nederlandse Coöperatieve Vereniging van Makelaars en Taxateurs), ABN AMRO en andere specifieke markt- gerelateerde bronnen.
Bij het opstellen van de parameters wordt een onderscheid gemaakt in planexploitaties met een lange looptijd en planexploitaties met een korte looptijd (tot 5 jaar). Op dit moment zijn de projecten Waalsprong, Stationsgebied en Winkelsteeg langlopende planexploitaties /gebiedsexploitaties . Binnen de verbonden partij Waalfront wordt zoveel mogelijk aangesloten bij deze parameters, maar kan het bijvoorbeeld door specifieke financiering noodzakelijk zijn om eigen afzonderlijke parameters te hanteren.
De voorgestelde parameters zijn als volgt:
Samenvatting parameters | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 ev |
---|---|---|---|---|---|---|
langlopende planexploitaties | ||||||
Grondkosten | 3,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% |
Koopwoningen | -4,0% | -1,0% | 1,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% |
Huurwoningen | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% |
Kantoren | 0,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% |
Bedrijfsruimte | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% |
Winkelruimte | 0,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% |
rekenrente | 3,5% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% |
Samenvatting parameters | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 ev |
---|---|---|---|---|---|---|
kortlopende planexploitaties | ||||||
Grondkosten | 3,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% | 2,0% |
Koopwoningen | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Huurwoningen | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Kantoren | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Bedrijfsruimte | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Winkelruimte | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
rekenrente | 3,5% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% |
Ten opzichte van de parameters die vorig jaar zijn gebruikt voor de doorrekening van de grondexploitaties dalen de parameters voor de grondopbrengsten. Per saldo levert dit een verslechtering op van het resultaat van de grondexploitaties. Aangezien de parameters niet de enige factor zijn die het totaal resultaat bepalen, is de verwachting dat het effect op het resultaat bij de herziening zich beweegt tussen de € 0 en € 9 miljoen negatief. Bij de herzieningen worden alle effecten en wijzigingen meegenomen.
Nieuwe taakvelden
De bestaande indeling in taakvelden bij de beleidsvelden WMO en Jeugd werd als te grofmazig ervaren. Daarom hebben de ministeries BZK en VWS de vijf taakvelden voor individuele voorzieningen WMO en jeugd opgedeeld in negentien nieuwe taakvelden. We hebben deze onderverdeling in de Stadsbegroting verwerkt. Overigens zullen we in de jaarrekening 2023 eveneens deze indeling volgen.
Daarnaast hebben we een aantal verschuivingen tussen taakvelden verwerkt en hebben twee taakvelden een nieuwe naam gekregen.